Historiek

De beginjaren als tehuis voor gerechtskinderen
(1895 – 1924)

Het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint-Ferdinand werd opgericht door de Congregatie van de Broeders van Liefde in de geest van hun stichter P.J. Triest. Nadat de eerste broeders in Lummen op 11 november 1895 toekwamen, openden zij op 24 oktober 1896 een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongens. In 1900 werden er 119 kinderen opgevangen en in 1903 al 190. De kinderen werden opgeleid tot kleermaker, schoenmaker, schrijnwerker en ‘de mannen van de boerderij’. In 1902 werden ook 50 gerechtskinderen vanuit het ‘Hospitaal’ van Sint-Truiden opgenomen.

De vakafdeling breidt vervolgens uit met onder andere de zetterij en het bedienen van drukpersen, de boekbinderij, de bakkerij, de wasserij, de brouwerij en de slachterij. Klassen van 30 tot 40 leerlingen waren niet ongewoon. In de studiezaal werden leesoefeningen gehouden met 80 en meer leerlingen.

Begin de jaren 1900 was er een fanfare, een koor en een toneelgroep binnen het gesticht actief. Er werd ook heel wat gefeest, wat een goede atmosfeer teweeg bracht in het instituut. Gedurende de oorlogsjaren 1914-1918 was ’t Sint-Ferdinandgesticht overbevolkt: op zeker ogenblijk waren er 324 gerechtskinderen.

De ontwikkeling naar een medisch-pedagogisch instituut (MPI)

In 1924 vindt een radicale ommezwaai plaats: Sint-Ferdinand neemt geen gerechtskinderen meer op en wordt omgevormd tot een medisch-pedagogisch instituut voor ‘opvoedbare’ mentaal gehandicapte kinderen, het eerste in ons land. Dat jaar wordt ook een nieuwe bouwfase ingezet: nieuwe ‘werkhuizen’, een nieuwe bakkerij, de speelplaatsen worden opgefrist, enz. In 1929 wordt de tuinbouwschool opgericht.

In de jaren ‘30 worden heel wat plannen gemaakt. Het gesticht wordt verbouwd en vergroot, maar ook modern ingericht. Er wordt plaats voorzien voor ruim 300 kinderen. In 1939 verrijzen het klooster, de grote keuken en de nieuwe kapel. De watertoren volgt in 1941.

Tussen 1945 en 1970 blijft het instituut groeien. De vakschool (afdelingen kleermaker, schoenmaker en houtbewerker) en de tuinbouwschool worden erkend door het Ministerie van Onderwijs in 1951. De goede naam en faam van het Sint-Ferdinandinstituut, tot ver buiten de provincie, verplicht de vele aanvragen te weigeren. Vooral voldoende plaatsingsmogelijkheden creëren voor de opvang voor licht mentaal gehandicapte kinderen, is in de jaren ‘50 moeilijk.

In de jaren ‘60 kwam er meer en gespecialiseerd personeel in dienst, zoals een huisarts, een orthopedagoog, een logopedist, een kinesist , een maatschappelijk assistent, een psychologisch assistent en bijzondere leermeesters. In 1967 werd het MPI Sint-Ferdinand een erkende instelling, gesubsidieerd door het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische zorg voor Gehandicapten.

In 1970 werd het buitengewoon onderwijs een aparte en zelfstandige sector, wat de verdere professionalisering en kwaliteit van het scholen binnen SF ten goede kwam. Gedurende de jaren ‘70 werd het gebouwencomplex sterk uitgebreid en was Sint-Ferdinand een modelinstituut voor kinderen en jongeren met mentale en/of karakterstoornissen (categorieën internaat) geworden.

De meeste kinderen en jongeren kwamen uit Limburg, maar ook uit Brabant, Antwerpen, West- en Oost-Vlaanderen werden kinderen in Sint-Ferdinand opgenomen. Midden de jaren ‘70 werden er ongeveer 300 kinderen in het internaat opgevangen.

Van MPI naar Orthopedagogisch Centrum

Vanaf begin de jaren ‘80 werd de organisatie en de structuur binnen het MPI grondig veranderd. Het grote internaat wordt opgedeeld in 3 afdelingen met kleinere leefeenheden. Iedere afdeling ( éénheid genoemd) stond in voor de opvang en opvoeding van een zestigtal kinderen en/of jongeren. Lijn- en staffunctie deden hun intrede en ondersteunden de leefgroepswerking.

Het aanbod van activiteiten was zeer ruim: binnen een kader van een duidelijk opvoedingsproject zorgden de opvoeders voor een positief klimaat en boden ze allerhande activiteiten aan: sportactiviteiten, creatieve activiteiten, allerhande evenementen. De aandacht voor de individuele zorgvraag van de kinderen en jongeren werd groter met een ‘individueel handelingsplan’ tot gevolg.

Halverwege de jaren ‘80 startte Sint-Ferdinand met een volwassenenwerking. Een eerste erkenning voor 12 bedden voor werkbekwame volwassen personen met een mentale handicap werd in 1988 verkregen. Het tehuis voor werkenden, De Schalm, ging van start. De uitbreiding van de volwassenenwerking met tehuizen voor werkenden en niet-werkenden, dagcentra en een mobiele diensten ( begeleid en beschermd wonen) kenmerkten de jaren ’90. De volwassenenwerking opteerde voor kleinschaligheid en decentralisatie. Dit bevorderde de maatschappelijke integratie en bood kansen voor ontwikkeling op alle levensdomeinen.

De dienst begeleid wonen (opgericht in 1989) groeide uit tot een mobiele en ambulante dienst voor meer dan 80 cliënten.

In 1995 werd het 100-jarig bestaan met grote luister gevierd en werd Sint-Ferdinand geprezen voor zijn dynamiek en vele innovaties. De studiedag met meer dan 400 deelnemers en de jubileumreceptie waren hoogtepunten. Ook de jongeren en volwassen cliënten werden op allerhande activiteiten uitgenodigd om mee te vieren.

De Schalm, het eerste tehuis voor werkenden

Naar vergunde zorgvoorziening met gedifferentieerd aanbod

Differentiatie aanbod

Het O.C. Sint-Ferdinand evolueerde de laatste twee decennia naar een voorziening met verschillende ondersteuningsvormen voor verschillende doelgroepen, zowel in de minderjarigenwerking als in de volwassenenwerking. Zo beantwoordde Sint-Ferdinand nieuwe maatschappelijke noden en evolueerde de voorziening in functie van nieuwe tendensen en regelgeving.

Het MFC werd opengesteld voor meisjes, een semi-internaat en een ambulante dienst werden opgericht en er werden werkingen voor jongeren met (ernstige) gedrags- en emotionele stoornissen opgestart. Ook nieuwe werkvormen, die integratie bevorderen (bv. flexibele ondersteuningstrajecten, studiowerking, samenwerking met zorgboerderijen, inclusief wonen, …), werden uitgebouwd. Door de complexere ondersteuningsvragen werden de teams ondersteund door een dienst met psycho-educatoren, therapeuten en kinderpsychiaters.

In de volwassenwerking startten diensten, die de nadruk legden op zelfstandig en inclusief wonen. De huidige dienst begeleid wonen en mobiele woonondersteuning is in West- en Midden-Limburg actief. Het inclusief wonen wordt door Sint-Ferdinand ondersteund door huisvestingsprojecten De Molem (Lummen), De Ceder ( Hasselt) en Halte 3 (Hasselt).

Met het tehuis Limes in Sint-Truiden (start: 2007) biedt Sint-Ferdinand een aantal geïnterneerde personen met een beperking nieuwe perspectieven aan. In het kader van deze forensische hulpverlening biedt het project De Schakel ondersteuning aan personen, die in de gevangenis van Hasselt verblijven.

Met de oprichting van het tehuis De Kamper op de campus ’t Brugske (Leopoldsburg) werd een antwoord geboden aan een tekort aan verblijfsmogelijkheden voor personen met handicap en gedragsproblemen in de regio Leopoldsburg.

Ook op het vlak van tewerkstelling en dagbesteding werden verschillende initiatieven genomen: de ondersteuning werd op maat uitgewerkt. Dat resulteerde in een zeer gedifferentieerd aanbod binnen de volwassenenwerking. In de dagcentra en het arbeidszorgcentrum werden allerhande initiatieven genomen: begeleid werken, samenwerking met een muziekacademie, met een culturele centra, met een kunstkring, de oprichting van een sociaal restaurant, de verkoop van allerhande producten en diensten…

Verder werden nieuwe projecten gestart: activiteitencentrum De Schakelaar (2018, Hasselt), de dienst DrieWerf (2021) met het aanbod AMA (arbeidsmatige activiteiten) voor personen met belemmeringen van medische, mentale, psychische, psychiatrische en sociale aard.

Infrastructuur

Vanaf begin 2000 werden de accommodatie van het internaat op de hoofdcampus te Lummen grondig gerenoveerd. Alle verblijfsunits (leefgroepen) werden grondig gerenoveerd, zodat er een meer huiselijke sfeer ontstond en alle jongeren kregen een individuele kamer. In 2012 werden deze werken afgesloten. De daaropvolgende jaren werd ingezet op de verbouwingen van het onthaal, de burelen en vergaderzalen. Ook de speelplaatsen op de hoofdcampus  werden grondig gerenoveerd.

Tegelijkertijd werden er in verschillende units allerhande aanpassingen gedaan in functie van de doelgroep (beveiligde kamers, comfortrooms, …). Andere bouwprojecten betroffen nieuwbouw voor de minderjarigenwerking (campus De Wijngaard) en volwassenenwerking: De Schalm (Lummen), ’t Hoeveke ( Lummen), De Kamper(Leopoldsburg) en Limes en Origo (2020, Sint-Truiden)

De Kamper

Organisatie

Als organisatie evolueerde Sint-Ferdinand naar een sociale voorziening met een hedendaags management. Belangrijk zijn kwaliteitsvolle dienstverlening en onderwijs verlenen, zorg dragen voor medewerkers, professionalisering, samenwerking met alle maatschappelijke actoren, duurzaamheid en innovatie. Een belangrijke evolutie is de groeiende samenwerking tussen de welzijnsinitiatieven (VAPH) en de onderwijsinstellingen binnen de organisatie.

Binnen het uitgebreide personeelskader in het MFC en de volwassenenwerking vinden we nieuwe functies zoals een preventieadviseur, een weerbaarheidscoach, een HRM-medewerker en allerlei nieuwe logistieke functies. Ook in het onderwijs zien we op dit vlak vernieuwingen.

Nieuwe regelgeving 

In de beleidsnota’s ‘Perspectief 2020’ en ‘2014-2019’ (kabinet Vandeurzen) werden fundamentele keuzes op het vlak van ondersteuning van personen met een beperking gemaakt. Deze keuzes, op basis van maatschappelijke evoluties en nieuwe inzichten m.b.t. zorg en ondersteuning, brachten heel wat veranderingen binnen de sector teweeg.

Het decreet betreffende de persoonsvolgende financiering en tot hervorming van de financiering van de zorg (2014) én het BVR m.b.t. het vergunnen van zorgaanbieders (2016) resulteerden ook in Sint-Ferdinand in een nieuw ondersteuningsbeleid. Tendensen als ‘de autonomie van de hulpvrager’,  ‘inclusie’, ‘de vermaatschappelijking’ en de vermarkting bepalen mee de zorgvisie en het ondersteuningsaanbod van onze voorziening.

Het MPI werd een multifunctioneel centrum (MFC) en in de volwassenenwerking werden o.a. de benamingen ‘tehuizen voor werkenden’, ‘tehuizen voor niet werkenden’ overboord. De verschillende ‘zorgfuncties’ deden hun intrede.

Nu is O.C. Sint-Ferdinand erkend als een vergunde zorgaanbieder, die een aantal ondersteuningsfuncties voor zijn doelgroepen aanbiedt:

  • ondersteuning via een residentieel verblijf
  • ondersteuning op het vlak van dagbesteding
  • ondersteuning via mobiele en/of ambulante begeleiding
  • individuele psychosociale begeleiding